Er zijn generieke en landdomeinnamen. Dit zijn zogenaamde first-level domeinnamen waarin één woord (of reeks van letters) en één extensie wordt gebruikt. Bijvoorbeeld webhostingadvies.nl
De meeste landen en sommige werelddelen beschikken inmiddels over een eigen domeinnaam. Dit is een unieke, tweeletterige extensie. Enkele voorbeelden hiervan zijn: .nl (Nederland), .us (Verenigde Staten), .be (België) of .eu (Europa). Dit zijn landdomeinnamen. Ieder land hanteert andere regels. In sommige landen kunnen buitenlanders ook een domein registreren, andere landen stellen hun extensie alleen ter beschikking aan hun eigen inwoners. De meeste landdomeinnamen worden beheerd door de overheid. In Nederland beheert het SIDN (Stichting Internet Domeinregistratie Nederland) het domein .nl. Sommige landdomeinen worden echter beheerd door een bedrijf waaraan de overheid het verstrekken van domeinen heeft uitbesteed.
Naast landdomeinnamen zijn er ook nog generieke domeinnamen. Dit zijn domeinnamen die niet verwijzen naar een land of regio, maar naar de functie van het domein. Voorbeelden hiervan zijn .com, .org of .info. De ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers ) beheert de domeinen en voegt als dit nodig is nieuwe toe. Sommige generieke domeinnamen zijn voor iedereen. Bijvoorbeeld .com, .net en .info. Aan andere zijn speciale voorwaarden verbonden. .Aero, is alleen bedoeld voor de vliegtuigbranche, .gov alleen voor de overheid en .biz is alleen voor zakelijke doeleinden.
We spraken hierboven over first-level domeinen. Second-level domeinen ofwel subdomeinen bestaan uit twee woorden (of lettercombinaties) en een extensie gescheiden door twee punten. Bijvoorbeeld: voorbeeld.webhostingadvies.nl. Het is eigenlijk geen aparte domeinsoort, het blijft namelijk onderdeel van het hoofddomein. Subdomeinen worden vaak gebruikt voor het verwijzen naar een bepaald onderdeel van een website.